Onkruid voorkomen

1. Controleer de tuin regelmatig op onkruid. Verwijder het voordat het gaat bloeien en zaad gaat vormen en verspreiden, anders blijft het dweilen met de kraan open.
2. Dek open plekken tussen en rond planten en struiken af met een laag mulch, zoals houtsnippers, boomschors, grind of cacaodoppen. Onkruid krijgt dan geen licht en kan daardoor niet kiemen of groeien.
3. Plant sterke bodembedekkers, zoals dovenetel, maagdenpalm en mansoor. Die vormen een gesloten ‘tapijt’ waar onkruid vrijwel niet doorheen komt.
4. Als je een groot stuk grond onkruidvrij wilt maken of houden, kun je dit afdekken met zwarte folie.
5. Leg anti-worteldoek op de plekken waar je een terras of paden gaat aanleggen.

Onkruid verwijderen

1. Na een regenbui kun je veel onkruid heel makkelijk met de hand uit de grond trekken. Je kunt dus ook aan de slag nadat je op een warme dag de tuin flink hebt besproeid.
2. Onkruid met diepe of lange wortels, zoals paardenbloemen, kweekgras en zevenblad, verwijder je met een onkruidsteker of riek. Door deze naast de stengel in de grond te steken en de grond wat los te wrikken krijg je de wortels makkelijker mee.
3. De moestuin kun je regelmatig schoffelen, zodat je het onkruid duwend of trekken afsnijdt. Doe dit bij droog weer, zodat het afgesneden onkruid snel verdroogt.
4. Onkruid tussen de voegen van het terras en paden kun je met een speciale voegenborstel te lijf gaan.
5. Als het echt niet anders kan: spuiten met een biologisch middel. Bestrijdingsmiddelen zijn immers slecht voor het milieu, vlinders en bijen, en kunnen bovendien je andere planten beschadigen. Spuit alleen bij windstil weer en als het minstens 24 uur droog blijft.

Onkruid opeten – “If you can’t beat it, eat it!”
Vroeger wisten ze wel raad met onkruid: ze maakten er medicinale middelen en smakelijke, gezonde maaltijden mee. Zolang je tuin niet bespoten is en niet aan een drukke weg ligt, kun je er dus mee aan de slag in de keuken. Zeker in het vroege voorjaar, als de bladeren nog jong en mals zijn. Wel alles eerst goed wassen onder de koude kraan. Maak eens onkruidenboter met daslook, zuring en hondsdraf, of een pan brandnetelsoep of zet een kopje brandnetelthee. De gele bloemen van paardenbloemen kun je suikeren en als decoratie op een taart of toetje gebruiken. Ook het blad is eetbaar en lekker in een salade. Pluk het af voordat de paardenbloem bloeit, anders gaat het blad bitter smaken. Zevenblad kun je verwerken tot een smakelijke pesto.