De Cactus is een echte overlevingskunstenaar. Het zijn zogenaamde succulenten: planten die de eigenschap beheersen om grote hoeveelheden water op te nemen in hun plantenlichaam en wortels en die daar ook op te slaan. Op deze manier kunnen ze extreem lange perioden zonder water doorstaan. Ook de doornen hebben wat dat betreft een functie: ze kunnen dauw absorberen en zo zorgen voor extra vocht.

Sterke jongen
De meeste Cactussen komen oorspronkelijk uit Noord-, Midden- en Zuid-Amerika. Ze komen daar voor in woestijnen en steppen, maar ook op hooggelegen berghellingen, in oerwouden en zelfs tropische regenwouden. Hij is hoe dan ook een meester in het zich aanpassen aan de levensomstandigheden waarmee hij wordt geconfronteerd. De temperatuurverschillen in sommige gebieden waar hij voorkomt, kunnen wel oplopen tot 50 graden (dag-nacht) en zelfs 100 graden (zomer-winter). Sterke jongen die daar tegen kan. De Cactus kan het.

Jarenlange trouw
De Cactus staat dus als geen ander zijn mannetje. En met alle liefde van de wereld is hij ook jouw steun en toeverlaat. Het enige dat hij in ruil daarvoor vraagt, is dat je hem met beleid water geeft. In de zogenaamde rustperiode (november-maart) helemaal geen, of zeer weinig water. Vanaf maart benevelen met een plantenspuit en in de zomerperiode of wanneer er bloemknoppen verschijnen, langzaam wat meer water geven. Bij twijfel geldt: geen water geven. Anders dreigt namelijk rottingsgevaar van de wortels, en daar is de Cactus zeer gevoelig voor. Jarenlange trouw zal je beloning zijn.