Narcissen, tulpen en nog veel meer soorten

Narcissen en tulpen kennen we natuurlijk allemaal. Maar er zijn nog veel meer mooie bollen die voor een vrolijk voorjaar zorgen. Er zijn bollen die vroeg (vanaf januari-februari) en bollen die laat (mei-juni) bloeien. Kijk op de verpakking en kies beide soorten om zo lang mogelijk van de verschillende voorjaarsbloeiers te kunnen genieten. Verder kun je kiezen op kleur, op hoogte en bijvoorbeeld of ze bij- en vlindervriendelijk zijn. Met name:

• krokussen;
• blauwe druifjes;
• hyacinten leveren al vroeg in het jaar nectar voor bijen en vlinders.

En er zijn bollen die zichzelf vermeerderen; de zogenoemde verwilderingsbollen, zoals sterhyacinten, anemonen en het lelie-achtige knolgewas Erythronium. Deze houden over het algemeen van een schaduwrijk plekje, bijvoorbeeld onder een boom of aan de voet van een struik. En dan zijn er nog fraaie minder bekende soorten, zoals het zomer- of lenteklokje (Leucojum), de elegante prairielelie (Camassia) en de witte en blauwe Anemone blanda.

Wanneer plant je voorjaarsbollen?

Vroeg bloeiende voorjaarsbollen, zoals sneeuwklokjes, winterakonieten en sterhyacinten (Scilla) plant je het best vanaf eind september tot begin november. Plant ze zo snel mogelijk na aankoop, anders kunnen ze uitdrogen. Soorten die iets later bloeien, zoals narcissen en tulpen, kun je van eind oktober tot begin december planten, mits het niet vriest. Soorten die later bloeiende, zoals sierui (Allium), prairielelie (Camassia) en keizerskroon (Fritillaria imperialis), kun je prima in november en ook nog begin december planten, zolang het niet vriest en de grond niet bevroren is. Als vuistregel geldt dat je de bollen – met het puntje omhoog – twee keer zo diep plant als de bol hoog is. Kijk voor de juiste plantafstand op de verpakking.

Sla dus nu je slag in ons tuincentrum in Rijssen!